Gouden jaren
Column
Jarieke Kattenberg
woonmedewerker
‘Iedereen at warm tussen de middag'. 'In 1953 deelde ik een stofzuiger met mijn schoonmoeder'. Soms lees ik voor uit het boek ‘Gouden jaren' waarin Annegreet van Bergen de naoorlogse toename van welvaart beschrijft. Veel veranderingen hadden betrekking op het dagelijkse en/of huishoudelijke leven. Mijn bewoners knikken: zij kunnen erover meepraten!
Terwijl ik zit te rapporteren, hoor ik ergens water stromen. Ik weet dat mijn collega iedereen al heeft gewassen en momenteel elders assisteert. Wanneer ik de gang in kijk, kabelt een riviertje me tegemoet. Op mijn tenen waad ik naar de doucheruimte. Een klein dametje staat doodgemoedereerd haar hemd en onderbroek te wassen in de wasbak. Het incontinentiebroekje is verzadigd en drukt de afvoer dicht. Gevolg: een overstromende wasbak.
‘Ja', denk ik, 'zo ging dat vroeger!’ Annegreet van Bergen zal ongetwijfeld schrijven dat pas in de jaren zestig de wasmachine gemeengoed werd. Daarvoor waste je kleding met de hand. Juist ‘de tijd van weleer' staat gegrift in het geheugen van mijn bewoners. Ik hoop dat deze dame in dit moment iets van haar éígen gouden jaren beleeft.